Uit: De Kronieken der 21e eeuw door Homerus de IIe.
MUIDEN, HET MODERNE TROJE.
Auteur: Guus Kroon (bekende Muidenaar)
... “Negen jaren lang belegerden de Grijpgrage Grieken onder aanvoering van Agamemnon –Odysseus - Visser de wallen van Amuda Trojana. Na de ontvoering van Vrouwe Fortuna uit de Amstel bij Ouderkerk, was de legeraanvoerder met een vloot aan adviseurs, advocaten, profiteurs en andere handlangers uitgezeild om wraak te nemen. Hun schepen lagen afgemeerd achter de IJsselmeerdijk, bij de vlakte der Rietpolders.
Hun held Achilles Hagens, had de held van Amuda Trojana uitgedaagd tot een tweegevecht. Hector Winnubst was verslagen en aan de strijdwagen van Achilles Hagens meegesleurd tot in het kamp. Koningin Priamus de Pater had het lijk van Hector tenslotte teruggekregen om het een fatsoenlijke afscheidsreceptie te kunnen aanbieden.
Daarna werd de strijd voortgezet, zonder overwinnaar. Beide partijen werden de oorlog moe maar geen van beiden wilde toegeven aan de ander.
Op een dag leek het alsof de strijd gestreden was. De troepen van Agamemnon-Odysseus-Visser trokken zich terug na een veldslag bij de heuvel van Nieuwsuur. Zij likten hun wonden, want hun held Antonius Homarius was gesneuveld en de Trojanen uit Amuda roken de overwinning. De volgende dag kwam een verkenner opgewonden vertellen dat alle schepen van de vijandelijke vloot vertrokken waren. Ongelovig ging koningin Priamus de Pater met haar gevolg kijken en ja hoor; het strand bij de Westbatterij lag er verlaten bij.
Een luid gejuich weerklonk door de straten van Amuda Trojanum. De vijand was verslagen!
Achter het hek van de Koninklijke jachthaven lag echter een enorme envelop die geadresseerd was aan de koningin en haar familie. Nieuwsgierig werd de meterslange envelop meegenomen naar het paleis waar hij werd neergezet in de vergaderzaal. Iedereen was erg nieuwsgierig naar wat er inzat, maar de koningin zei: “Het was een vermoeiende dag. Morgen maken we hem open, nu gaan we slapen. Welterusten.” En zo geschiedde.
Toen iedereen lag te slapen klonk er een scheurend geluid in de vergaderzaal. Het papier van de envelop werd opengescheurd, van binnenuit. Er kropen door het gat een groot aantal slangen, adders om precies te zijn, naar buiten. Ze verspreiden zich door de zaal en vonden hun weg naar buiten, waar zij zich onder het gras verstopten.
De volgende ochtend zag de bode van de koningin dat de envelop geopend was, maar voordat hij alarm kon slaan was hij al door een adder gebeten en stortte dodelijk gewond neer. De gifslangen verspreiden zich door de straten en in de huizen van Amuda Trojanum en richtten een waar bloedbad aan. Koningin Priamus wierp zich wenend aan de voeten van prins Paris Hylkema, die nog gewaarschuwd had tegen het meenemen van de envelop omdat hij het niet vertrouwde. Hij trachtte te redden wat er nog te redden viel, maar het was te laat.
De vloot van Agamemnon Odysseus Visser was uit het zicht, achter het PEN-eiland kort voor anker gegaan, maar kwam nu razend snel terug gevaren. Met hun bijlen , zagen en bulldozers walsten ze het bos voor de wallen van Amuda Trojanum plat en staken de oude stad in brand nadat ze het eerst geplunderd hadden. De koningin en haar hele familie werden omgebracht. Slechts enkele inwoners slaagden erin om te vluchten naar Wesopa Leoparda. Daar vertelden zij hun verhaal. Liefdevol werden zij opgenomen en verzorgd. En in de verte brandde hun oude stad, Amuda Trojanum, tot zij tot as vergaan was en door de wind werd verspreid (GK)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten